mechanoreceptoren
Het bindweefsel in ons lichaam heeft vier verschillende gevoelszenuwcellen die bekend staan als mechanoreceptoren en die erg goed reageren op massage en strekkingen.
– Golgi-peeslichaampjes: reageren het beste op diepe, langzame druk rond de spier-pees overgangen. De massage is effectiever wanneer de cliënt actief meebeweegt en de spiergroep die wordt aangesproken eerst strekt (extensie) en vervolgens buigt (flexie).
– Ruffini lichaampjes: reageren het beste op massagedruk die lang wordt aangehouden. Gecombineerd met een diepe druk hebben deze receptoren een kalmerend effect op het sympathisch zenuwstelsel.
– Pacini lichaampjes: reageren het beste op snelle veranderingen in druk. Dit leidt niet noodzakelijkerwijs tot enorme veranderingen in de lokale spanning, maar verhoogt wel aanzienlijk de lokale positiezin (proprioceptie).
– Interstitiële receptoren: reageren zeer goed op lichte aanraking en op massagetechnieken die zich op de huid richten.
Het ontvangen van een massage met langzame diepe druk, gecombineerd met meer dynamische massagetechnieken is een erg effectieve manier om meerdere receptoren te stimuleren. In algemene zin hebben deze receptoren een kalmerend effect op het sympathische zenuwstelsel wat uiteindelijk ook blessures en pijnklachten kan verminderen.
lymfevatenstelsel
Het lymfevatenstelsel heeft geen pomp zoals de bloedsomloop dat wel heeft met het hart. In plaats daarvan heeft het lymfestelsel dagelijkse beweging van het lichaam nodig (vooral ons spierstelsel) samen met een een goede ademhaling om de lymfe door de lymfevaten te laten stromen en door de filters in onze lymfeklieren te laten gaan. Kenmerkend voor problemen in het lymfevatenstelsel waar de milt een grote rol speelt, zijn zwakke spieren in de ledematen, verlies van spierweefsel (atrofie) en een gevoel van zwaarte en volte. Zowel ondervoeding als obesitas hebben negatieve consequenties voor het behoud van spiermassa en spierfunctie.
